Niets heerlijker na een fikse wandeling in de vrieskou dan bij de kachel te zitten met een pot heerlijke Whittard English Rose Tea en een oud koekjesblik gevuld met bijna vergane familiefoto’s en -souvenirs.
Het huwelijksboekje in de biscuittrommel toonde mij dat mijn grootouders in Gent gewoond hebben. Dat ik dat niet wist verbaasde me niet echt, ze zijn tenslotte drieëndertig keer verhuisd. Je zou voor minder de tel kwijt raken. Het was echter niet die eerste in een lange rij van woonplaatsen die mijn aandacht trok, maar eerder bepaalde passages in het boekje afgeleverd ‘ten Stadhuize’ op 17 juli 1940.
Het opent met ‘Van de wederzijdsche rechten en plichten der echtgenooten’. Heel mooi allemaal ware het niet dat ‘de vrouw verplicht is met den man samen te wonen en hem overal te volgen waar hij dienstig oordeelt zijn verblijf te houden’. Heel logisch volgens het boekje want ‘de vrouw is aan haren man gehoorzaamheid verschuldigd’.
Op de volgende bladzijden in mooi kalligrafisch schrift naam en toenaam van beide partners en die van de ‘kinderen uit het huwelijk gesproten’. Na enkele lege pagina’s bedoeld voor ‘verschillende aanteekeningen’ een resem inlichtingen omtrent burgerlijke stand, geboorten, huwelijken, bevolking. Bij de richtlijnen wat te doen bij een sterfgeval trok volgende zin mijn aandacht: ‘daar alle dood slechts schijnbaar kan wezen, moet men vóór de vaststelling vermijden het lijk te verplaatsen, het aan koude bloot te stellen en het in eene lijkwade te wikkelen, omstandigheden welke de terugkomst tot het leven zouden kunnen beletten’.
Maar, huismoeders en toekomstige moeders, gelieve toch enkele van volgende raadgevingen uit het huwelijksboekje anno 1940 in acht te willen nemen. U gelieve ‘het kind van de geboorte af, ten minste éénmaal daags te wasschen in eene kuip en op geen enkel deel van het lichaam korsten te dulden, bijzonderlijk op het hoofd niet want het is de onreinheid die ze voortbrengt en ze doet aangroeien’. Ook mag uw boreling nooit verscheidene mutsjes op het hoofd hebben noch bij een volwassene slapen want ‘het is gevaarlijk voor zijne gezondheid en zijn leven’. Ook moet u het kind ‘zoogen’, met de borst opvoeden omdat ‘meer dan de helft der kinderen, met eene zuigflesch opgevoed, sterven’. Maar troost u, wanneer u niet genoeg melk heeft mag u volgens datzelfde huwelijksboekje beurtelings de borst en de zuigfles geven. Nog één laatste goede raad: ‘het is onnoodig en gevaarlijk het hoofd van den boorling te kneden onder voorwendsel van zijnen vorm te verbeteren’.
Een mooie afsluiter van mijn zaterdagse werkdag, laat maar komen deze verhalen, fijne avond Onno!
Met plezier.
Mooi verhaal is het niet?
Vriendelijke groeten,Christiane Hoens
Zeer zeker. Dankjewel.
Mooie herinneringen , prachtig verwoord !!Heb bijgeleerd en ervan genoten!!
Groetjes Anita
Dankjewel hoor. 🙂
hahahhahahaha
Mooi Onno!! Heb ook nog een oud huwelijksboekje liggen , zal het eens zoeken. Juist het ideale werk op deze sneeuwdag.